Heb je wel eens moeite om te gaan bewegen of sporten? Bedenk je dan dat je van bewegen gelukkig wordt. Hoe zit dit precies? Zes redenen waarom bewegen je gelukkiger maakt.

1. Je maakt ‘geluksstofjes’ aan

Als je aan het bewegen bent, komen er in je hersenen stoffen vrij. Deze stoffen noemen we ook wel gelukshormonen. Endorfine en dopamine zijn de bekendste. Deze stoffen zorgen voor een fijn gevoel en verminderen stress en pijn. En het mooie is: ze ontstaan tijdens het bewegen, maar ook nog in de uren daarna. Je gelukzalige gevoel houdt dus nog een tijdje aan. Voor een ideale hoeveelheid gelukshormonen moet je ongeveer een half uur in een rustig tempo bewegen. Wandelen is dus perfect.

2. Je kunt beter slapen

Bewegen is positief voor je nachtrust. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die sporten over het algemeen sneller en ook dieper slapen. Door je overdag in te spannen, komt je lichaam ’s nachts beter tot rust. Let er wel op dat je niet vlak voordat je naar bed gaat nog intensief beweegt. Hierdoor kom je juist moeilijker in slaap, omdat je hartslag en lichaamstemperatuur na inspanning nog een tijdje hoger zijn dan normaal.

3. Je hebt minder stress

Tijdens het bewegen ben je even helemaal gefocust op iets anders dan op je zorgen of negatieve gedachten. Vooral buiten heb je veel afleiding: de route die je loopt, de natuur, de wind. Niet voor niets zeggen veel mensen dat ze sporten ‘om hun hoofd leeg te maken’. Na bijvoorbeeld een wandeling kom je met een opgeruimd hoofd weer thuis.

4. Je ontmoet (nieuwe) mensen

Sporten of bewegen zorgt ervoor dat je andere mensen ontmoet. Sociale contacten roepen over het algemeen een gelukkig gevoel op. Zelfs als je alleen gaat wandelen, kun je andere wandelaars tegenkomen met wie je een praatje kunt maken. Of meld je aan voor een groepstraining. Je kunt elkaar motiveren, het is gezellig en misschien houd je er zelfs wel een mooie vriendschap aan over.